Trappelen van ongeduld

Geleidelijk gloort na een lange periode van intermenselijke duisternis en een claustrofobische stemming, licht aan de horizon. Bekveld heeft het door de coronacrisis heel lang zonder sfeer, gezelligheid en feesten moeten doen.

De vingers van de boerenrockers raakten verstijfd als winterpeen in een vorstperiode. De fusten en kratjes van het gulle goud uit Groenlo raakten in stof en spinnenwebben gehuld. De dames van het Tonino-genootschap verrimpelden door saaiheid. Het tentdoek van het Paasvuur en de Broek Uut Fuif raakte beschimmeld en moet nodig gelucht worden. Het gebeente van uw verslaggever te velde begon te verroesten.

Het geduld werd danig op de proef gesteld, maar dan eindelijk komt er wat lucht in de ademnood van deze crisis.

Uw verslaggever trappelt van ongeduld om op een zinderend feest een flesje Grolsch bij de keel te grijpen en een dansje te plegen onder het genot van brute Achterhoekse rock.