Boerenbedrog: de nieuwe bio-industrie heet natuurontwikkeling

Hobbydieren in Natura 2000-gebied Oostvaardersplassen

Toen de wolvenpopulatie via onze oostgrens flink over het land begon uit te waaieren besloot de directie van Het Nationale Park De Hoge Veluwe om de populatie moeflons voor predatie te behoeden, de wolf met wolfwerend hekwerk buiten het gebied te houden. Maar onbekende wolfminnende activisten waren het daar niet mee eens en het hekwerk werd zodanig vernield dat de wolf zich er toch kon vestigen. Toen de directie van het park samen met de provincie het plan hadden om de wolven met paintballgeweren te laten beschieten om ze schuw te houden, werd dit plan verijdeld door de Stichting Faunabescherming die met succes om een rechterlijk verbod vroeg.

Nu we te maken hebben met een toenemend aantal wolven naast een toenemend aantal in het verkeer doodgereden exemplaren, moeten we ons serieus gaan afvragen of het omzetten van landbouwgrond in natuur niet juist een lokmiddel is om diersoorten ten onrechte het gevoel van de aanwezigheid van natuurlijk biotoop te geven, met als noodlottig gevolg dat die een hoge kans lopen doodgereden te worden. Natuur als muizenval, dus.

We zien het bij de bever, die 30 jaar geleden zo hoognodig geherintroduceerd moest worden, maar die nu de loop van het geweer ontmoet, want maakt ons land zo lek als een mandje. Nederland is een drijvend vlot dat constant drooggemalen moet worden. Maar blijkbaar had niemand ooit van de sage over Hansje Brinker gehoord. Er is een leger aan mankracht en een machtig bolwerk aan techniek nodig om het enige land dat onder de zeespiegel gesitueerd is redelijk droog te houden. Maar natuurontwikkeling ging hier voor nut en noodzaak, met als gevolg dat het arme dier nu afgeschoten moet worden.

De geweerloop kregen ook de edelherten, heckrunderen en konikpaarden in de Oostvaardersplassen op zich gericht om te voorkomen dat die een lange hongerdood zouden sterven. Want plaatselijke bioloog Frans Vera vond dat je de door hem ingevoerde en binnen wildrasters gevangen gehouden graasdieren na gedane arbeid doodgewoon als afgepeigerde dwangarbeiders kon laten uithongeren. Nederlandse Sahelbeelden gingen viraal en dat was alleen te bestrijden met een groot abattoir door het geweer. Opgeruimd staat netjes, zegt een oude gezegde. De natuurlobby keek ernaar en zweeg in alle talen.
Die heeft het maar al te graag over uitgestorven soorten. Uit onderzoek door de provincie Flevoland bleek dat in de in 2009 tot Natura 2000-gebied benoemde Oostvaardersplassen, 22 zeldzame vogelsoorten uitgestorven zijn. We citeren Nature Today:

3-FEB-2020 – Uit een nieuw onderzoek in opdracht van de provincie Flevoland blijkt dat het hoge aantal grote grazers in de Oostvaardersplassen tot grote ecologische schade heeft geleid. Tussen 1997 en 2016 zijn in het droge deel van het gebied minimaal 22 zeldzame broedvogelsoorten verdwenen. Deze dramatische verarming is een unicum in de geschiedenis van de Nederlandse natuurbescherming.

Ander chapiter is de ooievaar. Bijna uitgestorven…. in Nederland. Uitgestorven in een in mondiaal opzicht piepklein land is bij lange na niet uitgestorven. Desondanks sloeg de Nederlandse Vogelbescherming met het Liesveld project aan het fokken. Nu zie je hele regimenten ooievaars een halve kilo fauna per individu per dag eten en dat in veelvoud, want het aantal broedparen schiet het denkbeeldige dak van de Nederlandse avifauna door. De halve kilo fauna zou anders het darmstelsel van natuurlijk in ons land levende diersoorten gevuld hebben, maar dat had de Vogelbescherming even verzuimd te bedenken. Die heeft groteske voedselconcurrenten ingezet die nu als legereenheden de akkers en graslanden leeg vreten zodat er weer beweerd kan worden dat de boeren de fauna uitroeien.

Een van de grootste herintroductiemislukkingen van de natuurlobby is de import van Zweedse korhoenders, want die dreigden ook uit te sterven….in Nederland. Die worden in Zweden in het wild gevangen en ontvoerd naar ons land om er een wisse dood tegemoet te gaan op kunstmatige heidevelden. Wie wilde dieren uitzet in een gebied waarvan de natuurlobby zelf beweert dat het verzuurder is dan een fles azijn, en havik en vos ook nog eens staan te trappelen van ongeduld om ervan te smullen, is er dan geen sprake van dierenmishandeling, kun je je afvragen. Geen probleem, want nadat de eerste lading korhoenders de geest gegeven had, werden er alweer nieuwe ladingen uit zweden weggevangen om uitgezet te worden in een gebied waar maar even 30 hectare bos gekapt werd om de korhoen te verwennen. Om er nog even aan te herinneren, de fauna van de heide scoort al meer dan 30 jaar slecht in ons land, maar fanatieke ‘heidenen’ blijven tegen beter weten in hun geloof trouw. Het is cynisch te noemen dat bos in een van de minst beboste landen van Europa geofferd wordt aan een vogelsoort die liever in Zweden dan in Nederland woont. Afgezien van het feit dat in Nederland het bosareaal nog steeds afneemt staat volgens de Wageningen University & Research (WUR) het Nederlandse bos er gunstig voor. Waarom dan toch trekken aan een dood paard dat de korhoen in Nederland toch is. Wie bos artificieel inruilt voor heide pleegt feitelijk een doodzonde tegen de eigen idealen want bedreigt de bestaande fauna van het bos voor het nastreven een hoogst onzeker toekomstplan.

In mijn persoonlijke herinnering ligt nog scherp het invoeren van aanvankelijk eerst fjordenpaarden, en in een later stadium konikpaarden en galloway runderen in de Zuid-Hollandse waterleidingduinen. Die moesten het gebied behoeden voor verruiging, vergrassing en verbossing en de biodiversiteit bevorderen. Gedurende die periode werden ironisch genoeg van de beste natuurlijke duingrazer, het konijn, 25.000 exemplaren afgeschoten. Na ruim 30 jaar is een der architecten van dit begrazingsplan, de landschapsecoloog (er werd ook flink in fantasietitels gegrossierd) Harrie van der Hagen, tot het inzicht gekomen dat de glazen bol van toen kennelijk te veel bewasemd was want het leverde, volgens zijn eigen zeggen, niet het beoogde doel op. Ze hadden beter het konijn kunnen beschermen dan graasvee in te voeren.

Toen ik als teller/onderzoeker ruim 30 jaar geleden de beheerder er op wees dat konijnen afschieten en tegelijk graasdieren invoeren met elkaar in tegenspraak zijn, kreeg ik als reactie dat het konijn niet in de duinen thuishoorde, want komt oorspronkelijk van het Iberisch schiereiland. Hoewel het konijn als sedert 1300 n.C. in ons land aanwezig is dan toch liever een Noors Fjordenpaard gekozen dan een inmiddels lang geleden genaturaliseerd konijn. Ruim 30 jaar en 25.000  konijnenlevens later wordt opeens het konijn als grazer op de troon gehesen.   

Het is curieus dat wanneer een natuurbeheerder een onzalig plan smeedt waarvan het resultaat in het verre ooit gepland staat, dat zelden met argusogen beoordeeld wordt maar vaak het sein op groen vindt. In het tegendeel van het plaatsen van gezonde scepsis worden de plannen al bij voorbaat met lauwerkransen behangen en staan onze ondeskundige politici aan het katheder van het parlement handenwrijvend in te stemmen. Faalt een plan (we zijn dan wel inmiddels miljoenen of soms zelfs miljarden euro’s verder) dan vallen er geen hoofden, want er is altijd wel een ideale zondebolk boven de natuurbeheerder te prefereren. Nee namen noemen we niet, maar het begint met de b van boer.

Je ziet dat de zich als expert op de borst kloppende natuurbeheerders onomkeerbare stappen zetten waar niet alleen het areaal waarover ze heersen de gevolgen van ondervinden, maar alle omwonenden en in sommige gevallen zelfs de hele bevolking de effecten ervan moeten doorstaan, en niet te vergeten, er aan mee moeten betalen.

Dit alles aangestuurd, goedgepraat of geaccepteerd door politici die alles weten over carrièreplanning, maar over natuur alleen een keertje naar Vroege Vogels gekeken hebben of een frisse paaswandeling op een oprijlaan van Natuurmonumenten achter de rug hebben. Kritiekloos laten ze de oren hangen naar de souffleurs van de natuurlobby en wassen als het fout gaat hun handen in onschuld.

De komende jaren zal het platteland in toenemende mate de dupe worden van de groene missionarissen die met salamitactiek landjepik plegen om hun droomwereld te verwezenlijken. Ze spiegelen ons een natuurlijke toekomst voor in een land dat door overbevolking uit zijn voegen barst. Bestaande biotopen moeten verdwijnen om plaats te maken voor fictienatuur die het niveau van experiment nooit ontstegen is. Wie dieren laat creperen door die te exploiteren voor het eigen heilige doel creëert een nieuwe bio-industrie. De wolf vormt daarin het meest recente wapen.

Een gedachte over “Boerenbedrog: de nieuwe bio-industrie heet natuurontwikkeling

Plaats een reactie